Op bladzijde 1 van ieder zorgplan zou moeten staan: Ken
Uw Bewoner. Dat stelt Lita Berkhout, bestuurder bij ActiVite. "Als
je goed weet wie je bewoner is, kun je kwalitatief nóg betere zorg
verlenen."
Hoe past het project Radicale Vernieuwing - Waarde-vol
Onderwijs binnen de visie van ActiVite?
"We willen het welbevinden van onze bewoners centraal stellen
bij alles wat we doen. We vinden het daarom heel belangrijk dat we
de geschiedenissen en voorkeuren van onze bewoners kennen, zodat we
de zorg en ondersteuning hierop kunnen afstemmen. In de praktijk
kan dit bijvoorbeeld betekenen dat je als verzorgende een keer niet
voorrang geeft aan de ADL-handelingen (ADL=algemene dagelijkse
levensverrichtingen), maar de tijd neemt om rustig met een bewoner
te praten. Je kijkt steeds goed wat op dat moment belangrijk is
voor iemand. Ook binnen het onderwijsvernieuwingsproject
Radicale Vernieuwing - Waarde-vol Onderwijs (RV-WO) ligt de nadruk
op hoe je aansluit bij dat wat voor bewoners betekenis heeft. Die
insteek past dus goed bij ons."
Jullie zijn al langer bezig met welbevinden, toch?
"Klopt, onder meer in het kader van Waardigheid & Trots,
het plan van voormalig minister Van Rijn om de verpleeghuiszorg te
verbeteren. Ook doen we mee aan het pilotproject Leefplezierplan voor
de zorg - Een persoonlijke blik op kwaliteit dat de Leyden
Academy on Vitality and Ageing in 2017 is gestart in opdracht van
het ministerie van VWS. In dit project wordt onderzocht wat er
gebeurt met de kwaliteit van zorg als je daadwerkelijk de wensen en
verlangens van individuele ouderen centraal stelt en neemt als
richtsnoer voor kwaliteit. Binnen de Nederlandse verpleeghuizen
zijn normen, afvinklijsten en protocollen heel bepalend. Deze zijn
vooral ontwikkeld om de veiligheid van bewoners te waarborgen en te
voorzien in hun medische behoeften. Volgens Joris Slaets, directeur
van Leyden Academy, is voor kwetsbare mensen, in de laatste fase
van hun leven, welbevinden echter minstens zo belangrijk.
Uitgangspunt van het project Leefplezierplan is dat medewerkers
bewoners heel goed leren kennen, bijvoorbeeld door goed te
luisteren naar hun verhalen, zodat ze vervolgens beter kunnen
afstemmen op hun gewoontes en wensen. Dat vinden wij essentieel. We
willen van een normatieve benadering steeds meer naar een
narratieve benadering gaan."
Het reguliere onderwijs bereidt studenten niet goed voor op hoe
jullie zorg willen verlenen?
"Niet helemaal. De brede opleidingen hebben zó hun voordelen,
bijvoorbeeld dat je na je diplomering overal kunt werken. Ook is er
zeker voldoende aandacht voor verpleegtechnische handelingen in de
zorgopleidingen. Tegelijkertijd constateren we dat studenten nu
onvoldoende worden voorbereid op het werk in de VVT-sector. Ze
krijgen een verkeerd beeld van de ouderenzorg. Dat komt mede
doordat deze de laatste jaren sterk is veranderd. Vroeger kwamen
mensen bij ons voor behandeling en langdurige zorg. Nu wonen
senioren langer thuis: gemiddeld leven ze nog negen maanden als ze
bij ons komen wonen. Het accent in de verpleeghuizen verschuift
hierdoor steeds meer naar palliatieve en liefdevolle zorg. Dat is
beslist een hele mooie vorm van zorgverlening. Maar in de
opleidingen is hier te weinig aandacht voor. Ook onderwerpen als
domotica en zorgtechnologie komen onvoldoende aan bod. Verder
zouden we graag zien dat de componenten uit de welzijnsopleiding
meer verweven worden met de zorgopleiding. Daar komt nog bij dat
het schoolsysteem star is. Het is voor studenten heel lastig om
bijvoorbeeld snel door te stromen van niveau 3 naar 4. Daarom
pleiten wij voor modulair onderwijs."
Hoe zijn medewerkers enthousiast gemaakt voor het
onderwijsvernieuwingstraject?
"Dat was helemaal niet zo moeilijk, omdat de noodzaak om anders
op te leiden breed wordt gevoeld. Het draagvlak is erg groot; een
hele grote ploeg binnen onze organisatie is inmiddels betrokken.
Niet alleen de 'opleidingspoot' is er druk mee, maar bijvoorbeeld
ook de kwaliteitsmanager, teammanagers en medewerkers. Het is zelfs
zo, dat maar liefst drie huizen vanaf het begin willen meedraaien
in het project! Aanvankelijk hadden we bedacht dat twee wel genoeg
was - we moeten het wiel immers nog een beetje gaan uitvinden. Maar
de animo was zo groot, dat de studenten vanaf oktober maar liefst
op drie locaties terechtkunnen: Ommedijk, Hussonshoek en
Rietveld.
Tijdens het traject blijven we alle betrokkenen steeds goed
informeren en uiteraard houden we ook de CCR en de OR op de
hoogte."
Hoe verloopt de samenwerking met de andere zorgorganisaties die
meedoen aan RV-WO?
"Uitstekend! Er is chemie tussen de bestuurders en
overeenstemming qua visie. Voorafgaand aan de komst van de
studenten hebben we onderling veel moeten afstemmen. Zo hebben we
de werving van studenten - helpenden Z&W, verzorgenden IG/MZ en
mbo-verpleegkundigen/MZ - gezamenlijk gedaan. Ook hebben we
afspraken gemaakt over bijvoorbeeld de vergoedingen die studenten
krijgen, zodat deze bij alle organisaties hetzelfde zijn."
Wat zijn nog meer belangrijke partners in dit traject?
"Om te beginnen Zorg & Zekerheid. Er is een
intentieverklaring ondertekend, waarin dit zorgkantoor zich
verbindt aan de radicale vernieuwing van het onderwijs - en daar
waarschijnlijk ook innovatiebudget voor zal vrijmaken. Ook vanuit
de ministeries van VWS en OCW is de medewerking uitstekend. Verder
werken we samen met LOC Zeggenschap
in zorg; LOC-coördinator Marthijn Laterveer is tevens
voorzitter van de stuurgroep Radicale Vernieuwing - Waarde-vol
Onderwijs. Tot slot zijn heel belangrijk: Zorg4Effect, in de
persoon van de betrokken projectleider Mieke Hollander, en
projectmedewerker Aart Eliens."
Hoe zit het met de samenwerking met het onderwijs in de
regio?
"Die is goed! We hebben nog altijd veel stagiaires van
verschillende mbo- en hbo-scholen in huis voor de 'gewone'
opleidingen. Daar zijn we heel blij mee.
Voor dit onderwijsvernieuwingstraject werken we samen met
mboRijnland en LOI. Samen gaan we de nieuwe opleiding stap voor
stap nader inkleuren. Er ligt namelijk nog geen blauwdruk. Het is
een beetje pionieren; de praktijk-leerroute is echt een
werk-in-uitvoering."
Zien jullie dit traject ook als een oplossing voor de
arbeidsmarktproblematiek?
"Het zou natuurlijk mooi zijn als het praktijk-leertraject eraan
kan bijdragen dat je mensen enthousiast maakt voor de zorg en voor
je organisatie. Dit is een prachtige sector om in te mogen werken.
Je kunt er liefdevolle, palliatieve zorg verlenen aan mensen in hun
laatste levensfase. Dat is heel waardevol. Dat beeld zouden we veel
sterker kunnen uitdragen - ik ben ervan overtuigd dat het veel
mensen aanspreekt. Als we dat positieve beeld via de nieuwe
opleiding en studenten over het voetlicht kunnen brengen, trekt dat
hopelijk ook weer nieuwe geïnteresseerden aan."
Wat is ervoor nodig om dit vernieuwende onderwijsconcept goed
te kunnen neerzetten?
"Veel doorzettingsvermogen helpt! Het voorbereidingstraject
heeft best een tijd geduurd; we hebben vaak overleg gehad met veel
verschillende partijen. Meestal vruchtbaar, maar onvermijdelijk
krijg je af en toe eveneens te maken met teleurstellingen. Soms was
het: drie stappen vooruit en weer één achteruit. En ook nu we echt
gaan beginnen met het praktijk-leertraject zullen we best af en toe
nog eens 'kinderziektes' tegenkomen. Dat geeft niet; we hebben het
ervoor over. Het is namelijk ook lang geleden dat ik zoveel
enthousiasme voor een project heb meegemaakt!"
Wat moet het project uiteindelijk opleveren?
"We zien het project als een middel dat behulpzaam kan zijn bij
het dichterbij brengen van ons doel: liefdevolle zorg voor al onze
bewoners. We willen graag bereiken dat medewerkers de bewoners
straks nog beter kunnen ondersteunen bij het leiden van een waardig
leven. Het traject zou moeten opleveren dat bewoners kwalitatief
nóg betere zorg krijgen, meer aansluitend bij hun persoonlijke
behoeften. En ook, dat medewerkers minder werkdruk ervaren, doordat
ze hun werk effectiever en met meer plezier kunnen doen."