Op maandag 13 juli bezochten burgemeester Henri Lenferink en wethouder Marleen Damen (Gezondheid, Jeugd, Zorg & Welzijn) locatie de Lepelaar van zorgorganisatie ActiVite. Met cliënten en medewerkers van de thuiszorg blikten zij terug op de afgelopen periode. Burgemeester Lenferink: “Het is wel een gekke tijd geweest.”
Het thuiszorgteam dat deze middag naar de Lepelaar is gekomen heeft een roerige tijd achter de rug. Wijkverpleegkundige Judith Stok vertelt: “Ik vond het aan het begin wel heel spannend. We waren onzeker wat het virus ging doen, maar wilden ook goede zorg leveren. Daarbij ga je van de ene cliënt naar de ander en je weet toch niet wat je dan meeneemt.” Ook de huisgenoten van Hans Marck, verpleegkundige in opleiding, waren daar bang voor: “Ik moest me thuis in de schuur uitkleden, dan eerst douchen en dan mocht ik pas echt het huis in.”
Waardevol werk
Toch hebben de zorgmedewerkers wel steeds de overtuiging gehad dat ze waardevol werk deden. Hans: “Bij sommige cliënten kwam echt niemand meer langs, behalve wij. Het eten werd op de stoep gezet, de kinderen mochten niet komen…de eenzaamheid was soms heftig. En daarnaast de angst die je merkte bij cliënten voor zichzelf en hun kinderen.” Meneer en mevrouw Ravensbergen, die thuiszorg van ActiVite ontvangen, herkennen dat: “We missen onze sociale contacten. Gelukkig begint dat nu voorzichtig aan weer te veranderen.” Het echtpaar is blij dat de zorg de afgelopen periode wel gewoon is doorgegaan. Meneer: “Mijn vrouw heeft diabetes en een wond die niet wil sluiten. Door dit team blijft die al drie jaar lang mooi klein en schoon. Zonder zorg zou dat zeker mis gaan.”
Een spannende tijd
Dat het een spannende tijd is geweest, geldt voor iedereen aan tafel. Ook Lita Berkhout, voorzitter van de Raad van Bestuur van ActiVite, herkent dat: “Ik vond het een bizarre periode toen bleek dat de VVT-organisaties pas als laatste gebruik konden maken van de beschermingsmiddelen. We hebben dat creatief weten op te lossen: we hebben de beschikbare plastic schorten uit de verpleeghuizen ingezet in de thuissituatie. In de verpleeghuizen hebben we vervolgens stoffen schorten die niet meer gebruikt werden ingezet, omdat we op die locaties kunnen wassen. Daarbij hebben alle zorgorganisaties in de regio elkaar uit de brand geholpen en schaarse middelen geruild. Zelfs collega’s werden aan elkaar uitgeleend.” Niet alleen de praktische uitdagingen hebben hun tol geëist. Lita Berkhout: “Het was ook ingrijpend welke brieven en mails wij kregen. Van boze mensen over de bezoektijden in de verpleeghuizen bijvoorbeeld, daar hebben de medewerkers ook echt voor boa moeten spelen. En toen onze medewerkers nog niet getest konden worden was dat ook zorgelijk. Uiteindelijk hebben we een particulier testbureau ingehuurd om collega’s en bewoners te testen, om zo toch dat gevoel van vertrouwen aan hen te kunnen geven. Ons personeel is altijd al goud waard, maar zeker de afgelopen periode. Het was opzienbarend hoe weinig ziekteverzuim er was.”
Welzijn
Nu de storm wat lijkt te zijn gaan liggen, maken de medewerkers zich vooral zorgen om het welzijn van de cliënten. “Dat de ontmoetingscentra moesten sluiten is voor veel cliënten en mantelzorgers zwaar geweest,” vertelt Hans. “Dat is toch een groep die dat heel hard nodig heeft.” Judith vult aan: “Ik heb een cliënt die twee jaar intern heeft gewoond bij de GGZ. Dat ging tot corona uitbrak heel goed, maar zonder afleiding of dagbesteding is deze tijd voor haar wel heel zwaar geweest.” Lita Berkhout: “In gesprekken met de zorgverzekeraar merk je dan soms dat wordt gezegd: de zorg die de afgelopen maanden niet is geleverd, is blijkbaar niet noodzakelijke zorg. Dat is natuurlijk veel te kort door de bocht. Dat de mantelzorger tien weken de zorg over heeft kunnen nemen, omdat hij ook noodgedwongen thuis zat, wil niet zeggen dat hij dat de elfde week ook nog volhoudt. Dat is een conclusie die wij als zorgorganisaties niet delen.”
Inzicht
Hoe heftig deze periode ook geweest is, alle partijen hebben er wel iets van geleerd. Lita Berkhout: “We zijn bij een eventuele tweede golf beter voorbereid. We hebben door de opgedane kennis meer houvast en hebben met andere zorgorganisaties bijvoorbeeld ook al afgesproken waar we nieuwe COVID-patiënten in zo’n geval kunnen opvangen.” Burgemeester Lenferink: “We zijn bij een tweede golf beter in staat snel te reageren. Dat zag je eigenlijk onlangs al bij die positief geteste persoon in Katwijk. We weten nu veel beter hoe we verspreiding bij een eventuele tweede golf kunnen indammen.” Meneer Ravensbergen: “Dan heb je draaiboeken al klaarliggen, toch?”