“Verwenzorg” in het hospice

Het hospice in Alphen aan den Rijn is ondanks de emotioneel intensieve zorg die er geboden wordt een warme, vriendelijke plek. De medewerkers bewegen hier geruisloos door de ruimtes (“Ik draag hier geen hakken hoor, stel je voor dat je in je bed ligt en er iedere keer iemand voorbij komt draven”) en hebben alle tijd voor de gasten die hier verblijven. “Er hangen hier bijna nergens klokken en we hebben eigenlijk geen planning. De gasten bepalen wat er gebeurt en wanneer.”

Interactie

Marli Walter en Rosalie de Graaf hebben allebei na een carrière in het ziekenhuis voor een baan in het hospice gekozen. Marli: “In het ziekenhuis was het werk heel hectisch, het ging echt om productie draaien. Toen ik nog een aantal jaren had tot mijn pensioen, bedacht ik dat ik meer tijd en aandacht voor de patiënt zou willen hebben. Die tijd heb ik hier. Ik kan even bij iemand gaan zitten. De tijd nemen voor het verhaal van een gast of van zijn of haar familie. Ik heb nu meer interactie met de gasten dan ik in het ziekenhuis met mijn patiënten had.” Rosalie: “We kunnen de mensen die hier liggen niet meer beter maken, maar er wel voor zorgen dat ze zich zo comfortabel mogelijk voelen. Aan veel dingen die bij ziek zijn komen kijken is iets te doen, zoals pijn, misselijkheid, benauwdheid en duizeligheid. We zijn daar creatief in en krijgen daar de ruimte voor. Het is echt verwenzorg.”

Teamwork

“In het hospice werk je heel hecht samen als team”, vertelt Rosalie. “Meer dan op andere plekken waar ik gewerkt heb, doe je alles samen met de vrijwilligers. Het wassen van een gast doen wij bijvoorbeeld altijd samen met een vrijwilliger. Bij hen proef je dat ze net zoveel passie voor dit type zorg hebben als wij.” “Maar niet alleen met de vrijwilligers ben je close, ook met de familie van de gasten,” vult Marli aan. “Je krijgt snel met iedereen een band omdat mensen hier vaak over de vloer komen. We eten bijvoorbeeld ook met de gasten, vrijwilligers en soms met de familie. Als een vrijwilliger een spelletje doet met een gast, haak je even aan en als je tijd hebt. Dan lachen we veel en worden er verhalen verteld. En die gaan echt niet alleen over de dood.”

Niet zwaar

“Mensen denken vaak dat ons werk heel zwaar is en alleen maar met de dood te maken heeft,” vertelt Rosalie. “Maar ik ervaar mijn werk echt niet als verdrietig of heel heftig. Natuurlijk grijpen sommige situaties je wel aan, zeker als je bedenkt dat het je eigen ouders zou kunnen overkomen, maar ik kan ook het lijden goed een plekje geven. Juist dat je niet machteloos toe staat te kijken, maar kunt helpen deze laatste fase zo comfortabel mogelijk te maken voor gast, maakt dat mogelijk.” Marli: ”Je kijkt er als een professional naar. Je krijgt wel een band, maar de gast die je begeleidt is niet je moeder, zus of tennismaatje. Je houdt een zekere afstand, maar ik sta heus wel eens met tranen in mijn ogen.”

Ervaring

“Om dit werk te kunnen doen heb je wel wat ervaring nodig, werkervaring en levenservaring”, vertelt Marli. “Werkervaring omdat je echt ook wel ingewikkelde medische handelingen moet verrichten, dat heeft mij aangenaam verrast. Daardoor blijft mijn werk ook vakinhoudelijk heel uitdagend. En je hebt wat ervaring nodig als mens om je goed te kunnen verplaatsen in wat deze mensen doormaken.” Rosalie herkent dit: “Natuurlijk moet je oog hebben voor het medische stuk. Maar doordat je toch een bepaalde band opbouwt, kun je ook oog hebben voor de specifieke behoeftes van een gast. Zoals die mevrouw die altijd met een tissue in haar hand zat. Toen ze achteruitging en die tissue niet meer zelf kon pakken, gaven we haar na het wassen zelf een tissue in haar handen. Dan weet je dat ze dat fijn vindt, ook als ze er niet meer om vraagt. Of die meneer in de laatste fase van zijn leven. Als mensen dan een heel droge mond krijgen, bevochtigen we die met een sponsje met water erop. Deze meneer hield erg van bier, dus hielden we zijn mond vochtig met een beetje bier in plaats van een beetje water. Of die mevrouw die er zoveel waarde aan hechtte dat haar lippen nog gestift zouden worden, waar we dan even de tijd voor namen. Al die dingen, dat zien en daarop in kunnen spelen, dat is heel bijzonder. Zoals gezegd: echt verwenzorg.”